literature

Madelijn

Deviation Actions

Fee-tan's avatar
By
Published:
594 Views

Literature Text

Rotterdam- 1523



Madelijn wandelde rustig de bakkerszaak uit. Het bruine brood dat ze had gekocht was nog warm en de geur kriebelde in haar neusgaten. De verleiding om het op te eten was groot, maar ze vermande zich. Het zou oneerlijk zijn om het zonder haar moeder op te eten, die er dagen lang als borduurster voor gewerkt had.

Ze liep verder over de geplaveide straat. Als ze snel thuis was, zou ze spoedig van het brood kunnen eten. Terwijl ze liep hoorde ze het geluid dat haar leren schoenen op de keien maakten. Er waren meer mensen in de kleine straatjes. Een smid, die tandenknarsend deed wat de zeurende klant met zijn goedgevulde leren geldbuidel hem opdroeg. Een viswijf, die luidkeels gilde dat haar vis echt de beste was. Er waren boogmakers, takkewijven en onheilspellende aansprekers, wiens taak het was om te melden dat iemand overleden was.

Terwijl Madelijn keek naar een brillenmaker, die een bijziende advocaat adviseerde, voelde ze dat een hand haar ruw op haar schouders sloeg, Ze keek op en de angst sloeg haar om het hart. Het was Hendrik.

Hendrik was een jongen met lang bruin haar en een arrogante lach, die niet zo ver van haar vandaan woonde. Hij was de zoon van een cipier en een typische vechtersbaas. Zolang Madelijn hem gekend had- wat ongeveer twee jaar was geweest- had ze hem alleen maar ruzie zien zoeken met anderen en hem horen klagen dat er in deze stad niets te beleven viel.

Madelijn had Hendrik vaak horen zeggen dat Rotterdam zich uit moest breiden en dat de gebouwen geperfectioneerd moesten worden. Hij vond het een vreselijk ouderwetse plaats met al die houten huizen. Het enige stenen gebouw was de Laurenskerk en die kerk was nog niet eens afgerond.

Madelijn vond het maar niks dat zo een zeurende vechtersbaas bij haar in de buurt woonde en ze probeerde hem altijd te ontlopen. Helemaal nadat hij haar had beschuldigd van hekserij.

'Dat wicht zit altijd thuis, samen met dat serpent van een moeder van haar. Dat wijf kan wel zeggen dat ze een borduurster is, maar zien wij daar ooit iets van terug? Zij weigerde pas nog mijn moeders japon te versieren. Die vreemde patronen die ik soms op de kledij van haar klanten zie, dat lijkt mij het werk van de duvel!'

Zijn moeder had gewild dat de moeder van Madelijn een onmogelijk patroon op haar japon had geborduurd. Het had erg lang geduurd voordat het klaar was geweest en het was haar moeders beste werk. Helaas viel het bij mevrouw Cipierszoon- want dat was Hendriks achternaam- minder in de smaak. 'Die kleuren, afschuwelijk! Het is een schande! Wat moeten ze voorstellen?' De moeder van Madelijn had haar direct de deur gewezen, terwijl mevrouw Cipierszoon nog wat beledigende woorden naar haar hoofd slingerde. 'Die patronen zijn als slangen, ellendig serpent dat je bent!' Sindsdien had Hendrik Madelijn het leven zuur gemaakt.

Hallo Heksenjong! Nog kinderen aan het janken gemaakt?' Behalve een vechtersbaas was Hendrik ook nog een dronkaard. Hij stopte meestal met drinken als hij het stadium bereikt had waarin hij agressief werd. Madelijn had hem al een paar keer eerder zo meegemaakt en wist uit ervaring dat het beter was als je niets zei. Alleen kon ze hem nog wel aan. Ze hoopte vurig dat zijn handlangers niet in de buurt waren. Het tegendeel werd haar bewezen toen Hendrik, nadat hij haar een harde klap in het gezicht had gegeven, riep: 'Wilhelm! Dat borduurtuig is hier!'

Dat Wilhelm er was, was voldoende informatie om Madelijn te doen beven van angst. Wilhelm was Hendriks trouwste handlanger en degene met wie hij meestal zijn vuile zaakjes uitvoerde. Terwijl Hendrik naar zijn vriend zwaaide, greep Madelijn haar kans en vluchtte.

Ze rende op een snelheid waarvan ze wist dat ze hem niet lang zou kunnen volhouden, maar ze probeerde het wel. Haar mand met het inmiddels koud geworden brood stootte tegen haar heup aan. Haar voeten ketsten op de keien. Het duurde niet lang voordat ze dat geluid vanaf een andere kant ook hoorde. Eerst vanuit de verte, maar daarna kwam het steeds dichterbij. Ze voelde een grote angst bij de zekerheid dat Hendrik en Wilhelm haar op de hielen zaten. De adrenaline gierde door haar lijf, haar hart klopte als een razende, maar ze moest doorrennen, ze moest volhouden, wie weet wat er anders zou gebeuren. Ze wilde er niet aan denken.

Ze voelde hoe ze langzaam vaart minderde, hoe haar lichaam energie verloor. Paniek verlamde haar haast toen ze haar achtervolgers vlak achter zich hoorde. In een laatste poging om zichzelf te redden schoot ze een steegje in en rende een zijdeur door, om vervolgens midden in een grote winkelstraat te belanden. Hendrik en zijn handlanger zaten haar nog steeds op de hielen, en de groep mensen was te klein om haar volledige dekking te bieden. Toen zag ze het gebouw. Het was bijna voltooid en de houten spits zag er indrukwekkend uit. Het gebouw werd al gebruikt, en ze wist wat ze moest doen.

Met haar laatste krachten rende ze naar de kerk. Ze maakte de deur met een ruw gebaar open, ze hoorde Hendrik woedend vloeken. In een kerk zou hij haar niet durven lastigvallen. Terwijl ze een woedende brul van Wilhelm hoorde sloeg ze de deur dicht en keek in de ogen van een aantal mensen dat in de kerkbanken zat en een boze dominee.
Madelijn woont in het Rotterdam van 1523. Zij en haar moeder hebben het niet breed en alsof dat nog niet genoeg is maakt Hendrik, haar agressieve buurtgenoot, haar ook nog eens het leven zuur.
© 2013 - 2024 Fee-tan
Comments4
Join the community to add your comment. Already a deviant? Log In
Chocolatmuffin's avatar
FELINE!!!! hemeltjelief je hebt nooit gezegd dat je goed kon schrijven! Dit was echt goed!!